-- Waarom herbenoeming van Nicolaï niet zo'n goed idee was -- Nu bekend geworden is dat de minister Nicolaï herbenoemd heeft als voorzitter van de Raad van Toezicht HvA/UvA en dat daartegen geprotesteerd wordt, kan het al gauw lijken dat 'de activisten van het Maagdenhuis' ook overal tegen zijn. Ten eerste zijn het de medezeggenschapsorganen die bezwaar maken tegen de benoeming. Zij hadden daar tenminste over geïnformeerd moeten worden. Zij hebben recht op inspraak in het profiel en hadden dus tenminste op de hoogte moeten zijn dat de minister vindt dat de situatie zo vergelijkbaar is dat het oude profiel nog steeds voldoet (quod non). En waarschijnlijk was zelfs dat niet voldoende geweest en had gewoon de normale procedure doorlopen moeten worden. Ook de minister dient zich aan de wet te houden. Ten tweede bestaat er niet zoiets als 'de activisten'. Vorig jaar is er een groep van divers pluimage ontstaan die eigenlijk alleen gemeen hebben dat ze vinden dat allerlei regeltjes en maatregelen hebben geleid tot een aantasting van de kernwaarden van de universiteit. Velen hebben uren, dagen en, in sommige gevallen, weken van hun vrije tijd opgeofferd om mee te werken aan het verbeteren van de kwaliteit op de universiteit. Dat geeft een wrange bijsmaak aan de opmerking van de minister dat de wet versterking bestuurskracht 'niet mag worden gezien als een soort capitulatie voor de activisten van het Maagdenhuis'.* Afgezien van het feit dat de herbenoeming van Nicolaï in strijd met de wet is, zijn er ook inhoudelijke redenen waarom hij nu niet de juiste man op deze plek is. Tijdens de crisis periode vorig jaar waarin door de hele universiteit gediscussieerd werd, was de RvT onzichtbaar. En als er al eens iemand van de RvT aanwezig was, was dat 'alleen maar om te luisteren', niet om kennis te delen. De RvT heeft gefaald in het voorkomen van de vervreemding van management en werkvloer en de bestuurscrisis die daar het gevolg van was. Ook tijdens de crisis heeft ze geen enkele bijdrage aan een oplossing geleverd. Alleen daarom al zou de voorzitter zijn verantwoordelijkheid moeten hebben genomen, ook omdat dat falen mede veroorzaakt is doordat hij vanwege zijn andere verplichtingen onvoldoende tijd kon of wilde vrijmaken. Op het moment dat de bestuurscrisis nog groter werd, doordat Nicolaï zich actief bleek te bemoeien met het beleid van de UvA/HvA combinatie en Hans Amman aankondigde dat hij daarom zou vertrekken, was zijn positie definitief onhoudbaar geworden. Hoewel Nocolaï zelf en de minister daar kennelijk anders over denken. Nicolaï is in het dagelijks leven directeur bij DSM en ook zijn positie als vertegenwoordiger van de werkgevers was misschien 4 jaar geleden een aanbeveling, omdat toen nog gedacht werd dat de link met het bedrijfsleven moest worden versterkt. Inmiddels is de greep van de grote bedrijven op onderzoek en onderwijs aan de universiteiten al zo groot dat als voorzitter eerder iemand uit het maatschappelijk middenveld gezocht zou moeten worden om daar tegenwicht tegen te bieden. De procedures om opvolgers voor de voorzitter CvB en de Rector Magnificus van de UvA te selecteren hebben ook veel te lang geduurd. De RvT heeft daarin te weinig oog gehad voor het belang van de UvA/HvA van een op volle sterke opererend bestuur. Ook zijn er in met name de procedure voor voorzitter ernstige procedurele fouten gemaakt, ondanks, of misschien wel vanwege, het door de RvT aantrekken van Egon Zehnder om dat proces te begeleiden. Tenslotte heeft Nicolaï onvoldoende kennis van, en ervaring in, het 'primaire proces' op de universiteit en heeft hij ook niet zijn best gedaan om dat gebrek aan kennis aan te vullen. Daarom kon hij vanuit zijn ivoren toren ook helemaal de maatschappelijk onrust niet zien aankomen. De continuiteit die de minister kennelijk beoogt is de continuering van de bestaande problemen, omdat al gebleken is dat Nicolaï deze functie niet aan kan en zowel passief als actief heeft bijgedragen aan het verergeren van de bestuurscrisis. Dat alles leidt dus onvermijdelijk tot de conclusie dat de herbenoeming niet alleen illegaal was, maar ook onverstandig en schadelijk voor de UvA/HvA. Helaas is de politieke realiteit dat gezichtsverlies van een VVD-corifee belangrijker is dan een goed functionerend hoger onderwijs. Alleen een gang naar de rechter door de medezeggenschapsorganen lijkt deze blunder van de minister nog te kunnen corrigeren. *)http://www.scienceguide.nl/201604/bussemaker-vreest-senaat.aspx